Momenteel schrijf ik aan twee boeken. Het eerste is een boek over planten met de titel:
Krijg nou groene vingers!
Het allerleukste boek voor mensen die denken dat ze niet met planten om kunnen gaan.
(En ook voor mensen die denken dat ze dat wel kunnen.)
Geen ‘gewoon’ plantenboek, maar een hilarisch boek dat leest als een trein. Vol met eigen
ervaringen, grappige columns, weetjes en natuurlijk verzorgingstips.
Ondanks belangstelling van uitgevers hebben boekproducent Vitataal en ik besloten het
zelf op de markt te brengen. Op deze manier kunnen we helemaal zelf bepalen hoe het
eruit komt te zien en wat we er precies in zetten. Vitataal heeft al bijna 20 jaar ervaring in
het produceren van boeken, werkt samen met de beste opmakers en redacteuren en
samen maken we er een prachtig boek van. Het zal in de lente van 2021 op de markt
komen.
Het tweede boek is een roman over verdriet en het verlies van de wil om te leven. Maar
ook over avontuur, veerkracht en het inslaan van nieuwe wegen.
De titel luidt: Een veilige plaats en de verschijningsdatum is nog niet bekend.
Claire besluit op haar vijftigste verjaardag dat ze het aan niemand verplicht is om te blijven
leven. Precies een jaar geleden kwam haar man om het leven bij een verkeersongeluk en
ze ziet geen toekomst meer. Maar voor ze haar eigen leven beëindigt wil ze nog één ding
doen, namelijk een oude camper kopen en daarmee rondtrekken. Dat is ze aan zichzelf en
haar man verplicht. Ze komt in de Ardennen terecht, waar ze een ouder stel ontmoet dat
een B&B runt. Ze besluit een tijdje te blijven.
Mijn boek vol columns over het leven met een hond (en later twee honden) dat ik in 2018
schreef is nog steeds verkrijgbaar. Inmiddels ook als luisterboek.
Hij doet niks, hoor! is uitgegeven door Uitgeverij Eigenzinnig.
Een greep uit de tekst:
‘Ik ken een meneer met een poedel en die praat tegen zijn hond alsof het een kind is.’
Ik ben op een feestje en sta samen met nog een paar mensen in een kring om de
spreekster heen. Deze staat met een glas in haar hand te genieten van de aandacht. Ze
gaat nog even door: ‘Zooooo, Meisjepeisje, jij bent wel moe na zo'n lange wandeling, hè?’
kirt ze, de meneer met de poedel imiterend. ‘En die poedel heeft een jásje aan, nou
jaaaaa!’
De mensen om haar heen slaan zich op de dijen en doen van: ‘Woehahaha.’
‘Woehahaha,’ doe ik ook een beetje halfslachtig mee, maar het gaat niet echt van harte.
Ik praat namelijk ook zo tegen mijn hond, al heeft hij dan geen jasje aan.
De spreekster raakt nu echt op stoom en haalt nog meer hilarische voorbeelden aan van
wat de poedelmeneer allemaal tegen zijn hond zegt.
Ik probeer een beetje ongezien uit de kring weg te schuifelen, maar de spreekster heeft
me in de gaten. ‘Zeg, jij hebt toch ook een hond?’ roept ze me terug. Alle ogen zijn opeens
op mij gericht.
Ik mompel iets vaag bevestigends en probeer me uit de kring te wurmen, die zich
plotseling sluit. Ik kan geen kant op.
Ze vraagt wat voor hond ik heb. En waar hij vandaan komt.
‘Een kruising uit Spanje?’ schreeuwt ze, triomfantelijk in het rond kijkend, ‘dan kook je zeker
ook paella voor hem!’
Geschater uit de menigte.
‘En heb je ook koosnaampjes voor hem?’
Ik ontken natuurlijk. In mijn gedachten kraait een haan.
‘Maar je praat wel tegen hem?’
Ik ontken weer en vertel de groep huichelachtig dat je beter non-verbaal met honden kunt
communiceren. Weer die haan. (…)
Flaptekst:
Fiona schetst in korte anekdotes hoe haar leven met haar honden eruitziet. Met veel
gevoel voor humor verhaalt ze over hilarische achtervolgingen door ‘wilde dieren’, idiote
ontmoetingen in het bos en gemankeerde reddingshonden.
In deze bundel met herkenbare columns laat Fiona zien dat het leven met een hond
bijzonder, grappig en vooral heerlijk is.
En hier ben ik nu mee bezig.